Achtergrond

Geschiedenis van de Akoestiek

De Bijbel en de Scheepstoeter

Door John van der Veer, HVT 12, december 2017

Een effectief middel om het geluid akoestisch te versterken is de exponentiële hoorn. Achter deze duur klinkende term schuilt een doodsimpel principe dat je, alweer, terugziet bij muziekinstrumenten, hifi en elektronische versterking. Over toeters, bellen en blazen.

Ouders kennen het van de zaterdagochtend. De scheidsrechter is overduidelijk een mislukte hondenlul en om dit langs de lijn zo genuanceerd verwoorde betoog kracht bij te zetten zet men de handen aan de mond. Vooral als het je bloedeige kind is dat op het veld onheus wordt bejegend. De scheepstoeter is gereedschap dat de kom van de handen vervangt. Men brult wat in de kleine opening en klinkt luid en overtuigend over het dek van het schip en in demonstraties van weleer over gelijkgezinde meelopers. Op het naoorlogse strand van Egmond kondigt de kapitein van de rondvaartboot door middel van een scheepstoeter aan dat je voor inscheping bij hem mot wezen. Met het strikt akoestische mirakel bereikt hij iedere badgast in de kuilen van het warme zand. Demonstraties worden in de jaren zestig groter en grimmiger. De scheepstoeter maakt plaats voor een microfoon plus mobiele versterker. De toeter in de vorm van een hoorn is gebleven, maar nu voorzien van een elektronisch membraan. Megafoon heet zo’n apparaat, geliefd bij militante demonstranten, gevreesd door diezelfde groep omdat de ME buitengewoon sterke versies in stelling kan brengen en gehaat door audiofielen vanwege het afschuwelijke geluid.

Sjofar

De enorme kracht die de hoorn kan ontwikkelen is al sinds de oudheid bekend. In de Bijbel heeft het fenomeen letterlijk en figuurlijk Bijbelse proporties aangenomen, getuige het verhaal over het neerhalen van de muren van Jericho. Voor wie het allemaal heeft verdrongen: ver voor Christus wordt de stad Jericho belegerd door het uitverkoren leger des Heren, dat er ondanks de support van Hoger Hand toch niet in slaagt voorbij de stadsmuren te geraken. Op strategische aanwijzing van de Hemelse coach trekt een heraut daarop een aantal keren rond de stad, slechts gewapend met een geluidsbron. Na enige klanken te hebben voortgebracht blijken de muren niet opgewassen tegen dit akoestische geweld en storten in. Wie zich nieuwsgierig en vol bewondering afvraagt wat voor actieve megawoofer de Heer dan wel niet heeft voorgeschreven voor dit spectaculaire ritueel: het gaat om de sjofar. Dit millennia oude Joodse blaasinstrument bestaat uit de afgehakte hoorn van een gems voorzien van een dubbelriet. De herrie die het stinkende monstertje voortbrengt is blijkbaar funest geweest voor de toentertijd gangbare bouwstijl. En wat heeft dit alles met het heden te maken? De hoorn met een dubbelriet heeft model gestaan voor de huidige fagot en hobo. Het dubbelriet is de geluidsbron. De twee rieten trillen op en tegen elkaar en komen tot klinken door de lipspanning en de samengeperste lucht die de bespeler via de spleet tussen de lippen laat ontsnappen. De vorm van de houten buizen en de exponentiële vorm van de beker aan het uiteinde creëren het indrukwekkende volume. De werking van de beker komt overeen met die van de sjofar en de scheepstoeter.