Achtergrond

USB, een fenomeen

USB, wen er maar aan

Door Michel van Meersbergen, HVT 5, mei 2022

De USB-poort, wie is er niet groot mee geworden? Voor dagelijks dataverkeer handig, stabiel, en ondanks de 6 huidige varianten, nog steeds overzichtelijk. Met andere woorden: het werkt en belangrijk: écht universeel (over vele systemen). Zo ook voor muziekbestanden. Lekker makkelijk en de kwaliteit van een MP3 op 128kbps over een universele datapoort, tja… u wilt toch geluid horen?


USB, in de dagen van matige .MP3’s een sarcastische afkorting voor ‘Usually Sounds Bad’, en in de jaren daarna een soort van stiefkind dat min of meer afgedwongen was vanwege de opkomst van bijvoorbeeld iTunes en de grote verzamelingen legaal, dan wel minder legaal verkregen muziekfiles op de desktops en laptops. Dat zou toch wel mooi zijn om die files ook op ‘de set’ te kunnen luisteren. Dus audioproducenten… geef ons een USB-poort op uw digitale producten, zodat wij geen dure audiokaart te hoeven kopen. Zoals het stiefkind in de bekende volksverhalen vergaat, zo ook lange tijd met de USB-poort: qua muzikale prestaties te weinig om te leven, te veel om te sterven. Het feit dat de poort op werkelijk elke computer aanwezig is maak het wel weer interessant om producten puur op die poort te ontwikkelen. Hallo USB-DAC’s! Met slechts een simpel in de poort steken de DAC in de computer omzeilen, mét hoorbaar resultaat! Okay, wel via een hoofdtelefoon of alsnog via een audiokaart analoog naar ‘de set’. Maar dit nog steeds via een poort die niet op audio is ingericht. ‘Overklokt’, ‘rommelig’, ‘synthetisch’, ‘nerveus’, dat zijn een paar opmerkingen die ikzelf vaak waarneem, of uit monden van anderen hoor. Het ‘overklokte’ meer een resultaat van kwalitatief matige klokken, ‘rommelig’ meer een resultaat van een matige voeding op die klokken en de 5 volt op de USB-port, ‘synthetisch’ en ‘nerveus’ als een samenloop van voorgaand en een algemene matige kwaliteit van data-omzetting en ander onheil in het gehele USB-traject. Alle reden USB te ontwijken.
Toch laat de poort niet los. Het heeft de nodige voordelen: anders dan bijvoorbeeld S/PDIF en AES/EBU waarbij de resolutie van de files een zekere beperking kent (maximaal 32 bit / 192 kHz), gaat de USB-poort tegenwoordig een stuk verder: 32 bit / 768 kHz én kan DSD en DXD aan. Los van de vraag of we dit soort resoluties voor de muzikale beleving daadwerkelijk nodig hebben (deze discussie woedt al de nodige jaartjes), is het wel een heel belangrijk argument. Indrukwekkende cijfers verkopen tegenwoordig nu eenmaal goed. Is het een teken van verregaand ouder worden dat één van de door mij zeer gerespecteerde DAC’s eenvoudigweg stopt bij 18 bit / 96 kHz? Goed, terug naar het verhaal… de USB-poort in digitaal transport zoals in streamers en computers is met rasse schreden volwassen aan het worden. In het fluistercircuit heb ik al kunnen vernemen dat een producent met obscene prijskaartjes de laatste versie van zijn referentie DAC zal gaan uitvoeren met alléén een USB-ingang. In meer in de openbaarheid; dat producenten hun USB-ingangen méér aandacht willen en zullen gaan geven. Of dit ten koste gaat van andere ingangen zoals S/PDIF, AES/EBU en I2S moeten we voorlopig afwachten. Het gooit in ieder geval de deur open naar een onderdeel binnen de set waar al veel onenigheid over bestaat, laat staan het heel specifieke onderdeel waar ik nu al tijdje naartoe probeer te schrijven: de USB-kabel…

Digitaal signaal (door de kabel)

Heeft u niets met audiobekabeling? Sla snel door naar het volgende artikel. Heeft u de stellige overtuiging dat er slechts ‘eentjes en nulletjes’ door de kabel lopen? Sla ook nu snel door naar het volgende artikel. Denkt u dat er waarschijnlijk ‘eentjes en nulletjes’ door de kabel lopen? Dan wil ik u vragen: hoe stelt u zich dit dan voor? ‘Eentjes en nulletjes’ die vrolijk van ‘rom-pompom-pom-pom’ door de kabel dartelen? Dit als hyperbool natuurlijk, hou me ten goede. Maar nee, dat doen de ‘eentjes en nulletjes’ natuurlijk niet. Schematisch moeten we ons voorstellen dat de ‘eentjes en nulletjes’ op een punt worden vertaald naar een binair signaal (een signaal met twee waarden – de bekende blokgolf), dat op een ander punt weer wordt vertaald naar ‘eentjes en nulletjes’. Door een digitale kabel loopt dus een blokgolf en die blokgolf is… kneiter analoog. Met andere woorden: er bestaat geen digitaal signaal.

Voor mij hebben de producenten die een ‘digitaal’ component benaderen als een analoog component, in geluidskwaliteit een ruime voorsprong op de producenten die hun ‘digitale’ component… digitaal benaderen; als ware het een netwerk. Eigenaar Stavros Danos van buitencategorie Aries Cerat schreef het een stuk mooier: “a true analog source, which would tale ones and zeros as input.” Precies dit.
Nu het ‘digitale’ signaal iets beter is voor te stellen, ontstaat er hopelijk ook iets meer begrip voor zoiets als een ‘digitale’ kabel. Want die heeft het best zwaar. Nu is een zuivere blokgolf al bijna onmogelijk te genereren, op het moment van doorgeven is het signaal zeer ontvankelijk voor allerhande ruis en andere invloeden.

Wil je de rest van het artikel lezen? Koop dan HVT of download onze kiosk voor Android of iOS