Uit een ander vaatje getapt, aflevering 2
Door Edouard Hendrix, HVT 12, december 2017
Muziek en wijn vullen elkaar perfect aan, vooral als ze goed zijn. Maar als je altijd dezelfde muziek draait en dezelfde wijn drinkt, kan het wel eens saai worden. Dat zou jammer zijn, vooral omdat er zoveel keuze is. Het loont dan ook de moeite om op ontdekkingstocht te gaan. Omdat HVT een audiovisueel blad is, gaan we op zoek naar muziekstijlen die je niet in elke platenkast of cd-rek aantreft. De wijn is voor later. Ga je mee?
Salvador Sobral, de frêle Portugees die met zijn bijzonder mooie liedje ‘Amar pelos dois’ op overtuigende wijze het Eurovisie Songfestival 2017 in Oekraïne won, droeg zijn overwinning op aan ‘mensen die iets willen vertellen met hun muziek’. Dat is waar het in fado om draait. Fado is voor Portugezen het pure levenslied. Vergelijk het met de liedjes van coryfeeën van de lage landen zoals Tante Leen en Johnny Jordaan, Willy en Willeke Alberti, André Hazes en vele anderen. Hartverscheurende liedjes die meestal stijf staan van kommer en kwel, al schuilt er af en toe ook een sprankel hoop en vreugde in. Feit is dat ze voor eeuwig in het collectieve geheugen gegrift staan en dat de uitvoerders er van wereldberoemd zijn in eigen land en de buurlanden. Misschien een beetje overdreven, ’t is maar dat je begrijpt wat ik bedoel.
Muziek van de armen
Fado, afgeleid van het Latijnse ‘fatum’ staat voor ‘noodlot’, het noodlot dat vertaald wordt in muziek. Fatalisme en melancholie zijn dan ook de meest bezongen thema’s van fado. Maar laat je niet misleiden, want fado kan ook uiting geven aan blijheid en weemoed. Deze mengeling van gevoelens wordt ‘saudade’ genoemd. En zoals het zo vaak gaat met volksmuziek, is fado rond 1830 ontstaan in de kroegen van de armste wijken van Lissabon, Coimbra, Alfama, Bairro Alto en Mouraria. Fadozangeressen, fadista’s genoemd, waren dan ook niet meer dan veredelde landloopsters en beurzensnijders.