Recensie

DALI Opticon surround

Surrounded by Delight (2)

Door John van der Veer, HVT 9, september 2020

Zes keer DALI Opticon, in surround dus. ‘Surround’ associëren we met geluid. Maar eigenlijk staat de term voor ‘omringen’. En zo letterlijk nemen we het ook in deze tweedelige test. Corona omgeeft ons met isolement, ik mag sinds kort visueel verzuipen in de 65” Ambilight van de sublieme Phillips OLED+ 984 én ik weet me omringd door jong, liefdevol gezelschap, generatie Netflix. In het kader van dit drietal omhullende gegevens vindt deze dubbele test plaats. De NAD T778 AV Surround Sound Receiver en zes luidsprekers van DALI staan centraal. We begonnen met de eerste. Het woord is nu aan de luidsprekers.


De luidsprekers aan het woord. Dat is even een dingetje, als het gaat om 5.1 en een zorgvuldige afstelling van room correctie Dirac, standaard geïntegreerd in NAD versterkers, zo ook de NAD T778 AV, het onderwerp van deel I in deze dubbele test. Ik heb een lieve zoon en lieve schoondochter, maar een rare huiskamer. Bovendien – schoondochter houdt zich wijselijk op de vlakte – vindt zoon zijn vader minstens zo raar als de huiskamer. U moet weten, mijn voorpui staat geheel Mokums niet onder een hoek van 90? op de living, maar aan de ‘scherpe’ kant zo rond de 60?. Nu is ‘recht’ überhaupt een rekbaar begrip in de 17-de eeuwse binnenstad (‘potje minigolfen?’), maar bij het voorraam spot echt alles met de haakse hoek. De hifi luidsprekers in de huiskamer staan aan de ‘botte’ kant (120?), met een uitstralend effect – zo symmetrisch als de kaart van Nederland – naar de luisterstoel aan de overkant. Jaren van ergernis, schuiven, inschoppen en kantelen hebben tot een werkbaar resultaat geleid. Maar de Philips TV staat aan de scherpe kant en de basis van de 5.1 opstelling dus ook. Laat nou de TV noodgedwongen schuin op de muur staan, de bank dientengevolge ook en u krijgt een beeld van de uitdaging die de opstelling met zich meebrengt. Bovendien is dit mijn eerste ervaring met surround in de huiskamer. Kortom, ’t werd reuze gezellig met z’n drieën.

Rieten rokje

De test bestond voor een groot deel uit heen en weer schuiven met de zes luidsprekers, vooral de twee ‘achter’. Voor iedere nieuwe opstelling moet je eigenlijk weer nieuwe correcties uitvoeren om Dirac optimaal te laten werken. En dus liep deze verwarde persoon de woonkamer mompelend te bezweren met de meetmicrofoon, wat aan zoonlief de vraag ontlokte wanneer hij het rieten rokje uit de kast moest halen. Rare vader, maar zoon kent hem al een tijdje (‘vind je wel lief hoor’). Hier doet zich ook een scheiding der geesten voor. Het stel op de bank ging direct plat voor beeld & geluid (‘vast heel duur, hè pap?’), maar was toch meer geïnteresseerd in een volgende Leffe Blonde dan verdere verbetering van het geluid. Mijn eer te na, ben stug doorgegaan. De eerste kennismaking met Dirac was bij DALI Benelux in Waalwijk, met een uitstekende demonstratie en toelichting door Jakob Ågren, topman van het Zweedse bedrijf. Het viel toen al op dat het principe subtiel doch efficiënt werkt, maar ook de nodige precisie vereist om tot z’n recht te komen. De toepassing thuis was tevens de eerste, en dan meteen met een surround systeem en in mijn bizarre huiskamer, nota bene aan de voor mij auditief onbekende kant. Bij collegae las ik dat je eigenlijk een professionele microfoon moet gebruiken om de klus goed te klaren. Dat beaam ik deels; de klant moet het doen met het bijgeleverde exemplaar, de recensent, in mijn optiek, dus ook. Dirac is er in twee formaten. De LE versie beperkt zich tot frequenties tussen 20Hz en 500Hz. Direct Live Full bestrijkt het hele spectrum. Ik schat in dat LE voldoet in de meeste huiskamers. In mijn auditieve doolhof valt meer te corrigeren dan lage frequenties.

Wil je de rest van het artikel lezen? Koop dan HVT of download onze kiosk voor Android of iOS