Recensie

PrimaLuna 100-D DAC

Een warme wind onder de vleugels

Door John van der Veer, HVT 1, januari 2021

Niet de eerste kennismaking met het repertoire van PrimaLuna, maar wel de eerste keer dat ik een DAC van het Nederlands/Amerikaanse merk mag beluisteren. En überhaupt de eerste keer dat ik digitale omzetting beleef die wordt gevoed door buizen. Je zou kwaaddenkend kunnen suggereren dat het idee een gimmick is, louter gebaseerd op nostalgie en een vintage uitstraling. Een weekje stoeien met de 100-D DAC verhuist deze suggestie resoluut naar het rijk der fabelen. Wat een prachtig apparaat.


Heb in de lente van dit jaar de EVO 200-p voorversterker en de EVO 200-a eindversterker van PrimaLuna een tijd te logeren gehad. En collega Ward Maas heeft voor de oktober-editie van HVT de EVO 100i geïntegreerde versterker getest. Het aardige is dat beide verhalen zijn geschreven vanuit een totaal verschillende optiek en ervaring, die bijna loodrecht op elkaar staan. Ward begint zijn recensie met de opmerking dat hij geen fan is van buizenversterkers, om aan het eind zijn ‘vooroordelen’ flink te relativeren, na de kennismaking met de PrimaLuna.
Ik ben van huis uit, door mijn achtergrond als gitarist en het werken in de studio, een enthousiast gebruiker van buizentechniek. Geen professionele gitarist neemt zichzelf serieus zonder buizenversterker, of één van de gesimuleerde versies. Maar ook tal van (microfoon)voorversterkers, limiters en compressoren zijn vaak gebed in een verwarmde wirwar van buizen en buisjes. Reserves met betrekking tot deze techniek in hifi deel ik, deels, met Ward, maar de charmes blijven een speciaal plekje in mijn hart behouden, ook in hifi. En dan nu een DAC met buizen. Het apparaat zit al geruime tijd in het repertoire van PrimaLuna. Mag het eindelijk beluisteren. De techniek is vernuftig, staat op een zeer hoog niveau, bestaat uit onderdelen die je alle gerust kunt omschrijven als ‘Premium Parts’ en komt deels ter sprake. Een aantal van de toegepaste technieken ken ik beslist niet van andere DA-converters en is ook, naar mijn weten, volstrekt uniek. Maar de nadruk ligt op de auditieve indruk, die ik heb vergeleken met die van twee andere mooie DAC’s. Wat je noemt; een luxe probleem. Weldaad in weelde.
Hierbij mijn oprechte condoleances voor het heengaan van Marja&Henk. In de afgelopen dertig jaar ben ik ze op menig hifi show tegen het lijf gelopen en heb ze goed genoeg leren kennen om niets dan het grootste respect voor hen te hebben. Niet alleen waren het bijzonder professionele recensenten, het waren vooral lieve, warme mensen. Ik was dan ook diep geraakt toen ik hoorde van hun heengaan, terwijl ik me tegelijkertijd bewust ben van het bijzondere besluit van Marja zich bij Henk te voegen. Ze waren en blijven onafscheidelijk. Veel sterkte en laten we hen opnemen in dat speciale plekje in onze harten. Ze zullen gemist worden over de hele wereld en herinnerd worden voor hun kennis en hun aard.

Point-to-Point

Over weelde gesproken. De 100-D kost €3.100. In vergelijking met de andere buizenproducten van Prima Luna (de EVO100i geïntegreerde versterker die Ward heeft getest moet €2.450 opbrengen, ‘mijn’ setje van 200-p voortrap en 200a eindtrap kosten €2.875 per stuk) betaal je dus een flink bedrag voor ‘slechts’ een DA-omzetter. Wat rechtvaardigt die investering? Al eerder gemeld, de onderdelen en de toegepaste technieken zijn kostbaar. Maar laten we eerst even kijken naar de functies. Simpeler kan het niet. De EVO 100-D staat te boek als een USB DAC en dus zit er een USB digitale ingang op. Deze gaat vergezeld van nog drie digitale opties: S/PDIF coaxiaal, Toslink en AES/EBU. Louter DAC, dus louter digitale ingangen die na de D/A-omzetting worden geleid naar de twee analoge uitgangen, RCA. Er staat ‘stereo’. Maar door de strikt gescheiden topologie van de techniek kun je zeker spreken van ‘dual mono’. That’s it, wat de aansluitingen betreft. De vier digitale ingangen zijn selecteerbaar aan de voorzijde, ieder heeft een eigen knopje. Maar je kunt ze ook tevoorschijn halen met de afstandsbediening, aangevuld met een mute-knop en een dimmer voor het display. Nog wat techniek. De strikt gescheiden topologie houdt onder meer in dat ieder kanaal voor ieder segment eigen buizen heeft. Bij sommige ontwerpen zie nog wel eens dat er stiekem een buisje wordt gedeeld, maar daar is bij de 100-D geen sprake van. Een andere gevleugelde term die bij buizentechniek altijd weer ter sprake komt is ‘Point to Point wiring’. Bij dure gitaarversterkers een bekend begrip, en in hifi? We laten even de fabrikant aan het woord: ‘You spend a lot of money on interconnects. So why have the signal go right from the RCA jacks or speaker terminals into circuit boards with copper traces so thin you can hardly see them? What’s high-end about that? PrimaLuna employs Point to Point wiring on all products. The entire signal path, including resistors and capacitors, is painstakingly hand wired with heavy-gauge cable by craftsman.’ Waarvan akte.

Wil je de rest van het artikel lezen? Koop dan HVT of download onze kiosk voor Android of iOS