Recensie

Wharfedale Linton Heritage

De jarige trakteert, met een hip feestje

Door John van der Veer, HVT 7/8, juli/augustus 2021

Het dwingt op voorhand respect af. Een luidsprekerfabrikant die haar 85e verjaardag viert met de heruitgave van een legendarisch model. Wie kan dat zeggen? Wharfedale natuurlijk. De Linton zal bij veel audioliefhebbers nostalgische gevoelens oproepen. Ook bij mij. Heel benieuwd wat AD 2021 van die herinneringen intact is gebleven. Over het uitpakken van een mooie droom en de verassende actualiteit.


Meestal begin ik de check naar specs, wetenswaardigheden, achtergrond, jaartallen en zo pas na intensief luisteren, om niet al te bevooroordeeld te zijn met het schrijven. Deze keer niet. Laat geluid en visuele indruk al tijdens het woordjesbreien inwerken. Terwijl er over de Linton in historisch perspectief natuurlijk veel valt te melden. Straks, komt wel. Wat staat er voor me? Ik weet zeker dat ik deze luidspreker eerder heb gezien en beluisterd, vroeg in de jaren 70, althans, in de versie zoals de Linton destijds (ook) werd gemaakt. Zou er iets zijn veranderd? Bij mij in ieder geval wel. Er zit bijna vijftig jaar ervaring met muziek en geluid tussen. Plus twee oren die onderhevig zijn geweest aan de tand des tijds. Destijds was iedereen expert en ik deed aan al dat navelstaren even hard mee. Mei 2021, met een MacBook Pro op schoot, in het nabije gezelschap van de Yamaha NS5000, de NS3000, en de Bowers & Wilkins 705 Signature staat een wonderlijk relikwie te shinen op een standaard van Wharfedale die zo vanzelfsprekend bij de Linton past dat je het als heiligschennis zou beschouwen ze van elkaar te scheiden. Als een luidspreker die je letterlijk en figuurlijk van haar voetstuk haalt. Zou de bejaarde dame zich op haar gemak voelen in dit moderne gezelschap? Ze staat immers centraal in de viering van een 85-jarig jubileum. En al die hippe aandrijving dan? Een Mytek Brooklyn Klasse-D eindtrap brengt haar tot leven, voorzien van een Mytek Manhattan II DAC en een Primare DD35 loopwerk. Nou vooruit, om de schok niet al te groot maken mag een MoFi draaitafel ook meedoen. De ontwerpers van al deze fabuleuze technieken moesten nog geboren worden in de begintijd van de Linton. Ben geneigd om muziek uit mijn prille jeugd als eerste te draaien. Toch maar niet. The Red Hot Chili Peppers voor de Grand Old Lady, om te beginnen. Eerste verassing: ze poetst haar bril, recht de rug en gaat er eens goed voor zitten, met een big smile. “Dat zijn toch die jongens met die lange sok om hun eh….? Kom maar door met dat feessie!”

Borrelnoten

Schijn bedriegt, zoals zo vaak. De ontwikkeling van de Linton, die tot 1980 in diverse uitvoeringen op de markt is gebracht, begint in 1965. De kans is groot dat ik deze luidspreker in een soortgelijke versie inderdaad heb gezien: de afmetingen, het hout en de drivers van het drieweg systeem. Ook het notenhout, niet te vergeten en natuurlijk het diepzwarte speakerdoek. Pardon, grille heet dat tegenwoordig. Chocoladebruin staat mij ook voor de geest. Maar al deze zaken gaan over het uiterlijk. En wat blijkt? Van het legendarische model is in technische zin bar weinig terug te vinden bij de exemplaren die voor me staan. En eigenlijk is dat bij de eerste tonen van de Chili Peppers al duidelijk. Ik hoor een moderne luidspreker in een vintage jasje, met een karakter dat nog steeds herinneringen ophaalt van ‘de’ Wharfedale sound, maar klankmatig uitstekend past in de huidige tijd. De 25 mm soft-dome tweeter is voorzien van een krachtige ferriet magneet. Deze tweeter is iets uit het midden geplaatst. “Als je nu de luidsprekers met de logo’s op het doek naar buiten plaatst, dan staan de tweeters wat naar binnen gericht”, aldus agent Theo Wubbolts in een w’appje achteraf. Dat is de bedoeling van het ontwerp en dan luister ik natuurlijk braaf. Onder de tweeter zit een 135mm driver voor het middengebied met een conus van geweven kevlar. De woofer, de derde driver, heeft een doorsnede van 200mm en omvat eveneens een kevlar conus. Beide laatste drivers zijn wel centraal gemonteerd en vervat in een gegoten, stijf chassis. Heb mij laten vertellen dat dit vrij ongebruikelijk is in deze prijsklasse, waar meestal een gestanst en geperst chassis van staal wordt toegepast. Ook opmerkelijk, aan de achterzijde vind je twee baspoorten, in plaats van de gebruikelijke enkele. Even spieken: de poorten zijn ver binnenin voorzien van stukjes metaalgaas, om de Linton te beschermen tegen enthousiaste rondsmijters van speelgoed en borrelnoten.

Wil je de rest van het artikel lezen? Koop dan HVT of download onze kiosk voor Android of iOS