High-end in higher places
Door John van der Veer, HVT 2, februari 2018
Het doorgaans zo bescheiden Oostzaan is de thuisbasis van PUUR, een showroom waarin geluid, beeld, automatisering én interieur op hoog niveau samenkomen, letterlijk en figuurlijk. Of HVT naar een nieuwe set van MBL wil komen luisteren. Uiteraard.
De locatie naast de A8 valt nog net binnen district 020. In de binnenstad heb ik geen auto en een blik op google maps leert dat de afstand prima te befietsen is. Maar gezien de weersverwachting lijkt het een beter idee de bus te pakken. Lijn 391 voert langs de legendarische kerstverlichting van de huisjes in Amsterdam Tuindorp met halte Barndegat als einddoel. Een klein stukje lopen, via tunneltjes onder het snelwegcomplex, brengt mijn natte voeten op de plaats van bestemming. Een groter contrast met de bustocht is haast niet denkbaar. Op de tweede etage van het complex verwacht ik een hifi-zaak met toonbank, maar loop er weelderige ruimtes binnen die zijn ingericht als luxe appartementen, compleet met kasten, banken waaruit je nooit meer wilt opstaan, automatisch bedienbare gordijnen plus sfeerverlichting en stereosets om van te dromen. Ben beland in de wereld van Piet Boon, interieurontwerper en -leverancier voor degenen onder ons die waarschijnlijk niet met buslijn 391 komen. Bij een dergelijk interieur hoort een passende hifi-set en dat is het domein van PUUR, in de persoon van Robert Brijde. Het begint met een cappuccino, gevolgd door een heerlijke wijn met dito hapjes op de enorme salontafel, waarachter de set van MBL prijkt. Welkom in de wondere wereld van de weelde.
Radialstrahler
De luxe bank, waaruit ik me inderdaad met tegenzin weet te hijsen, zelfs voor een slokje wijn, biedt uitzicht op de Noble-lijn van MBL, plus de MBL 111F luidsprekerset. Inclusief de bekabeling kost de complete set iets meer dan €109.000. “Voor de snelle beslissers maken we het af op €100.000”, grapt Robert Brijde. Uit de Noble serie omvat de set de N31 CD-DAC, de N11 voorversterker en twee N15 mono eindversterkers, aangevuld met een Audioquest Niagara 5000 netfilter en Audioquest Redwood speakerkabel(s), Fire XLR interlinks en NRG-1000 stroomkabels. Middelpunt van dit verhaal wordt gevormd door de MBL 111F luidspreker, door MBL aangeduid met ‘Radialstrahler’. Het meest in het oor en oog springende aspect van deze 111F is de weergave van de hoge en de midden-frequenties. In plaats van de gebruikelijke tweeter en driver(s) zien we twee ronde weergevers die de frequentiegebieden letterlijk in 360? evenredig aan de ruimte toevertrouwen. Vandaar de naam. De filosofie achter de techniek is betrekkelijk simpel en eigenlijk ook heel logisch. In iedere concertzaal zonder versterking hebben de instrumenten eveneens geen eenduidige richting, maar bereiken het oor van de luisteraar middels de hele ruimte. Het effect van de Radialstrahler is heel bijzonder, zo niet spectaculair. Zaken als sweet spot en stereobeeld dat pas ontstaat na het snijpunt zijn niet aan de orde en dat is even wennen. “Ook voor de gemiddelde audiofiel”, beaamt Robert. Het effect doet mij enigszins denken aan elektrostaten, zoals bij Martin Logan, waar het geluid vanaf de membranen immers net zo goed naar voren als naar achteren straalt. Maar in de versies van het fenomeen die ik ken is het optimale stereobeeld sterk aan plaats gebonden, terwijl dit bij MBL juist absoluut niet het geval is. Tussen en achter de Radialstrahlers krijg je wel een ander beeld dan ‘van voren’, alsof je vanaf het podium, te midden van de instrumenten, een plaatsje zoekt in de zaal. Maar eenmaal in de zaal aangekomen maakt het inderdaad geen bal uit waar je gaat zitten, banjeren of liggen. Omdat ik weer eens te lui ben om het glas te vullen, staat Robert als een volleerd gastheer op om de gast in te schenken, waarbij hij in de lijn van het linker kanaal gaat staan. Tot mijn stomme verbazing heeft dit geen invloed op de waarneming. Bizar. Ook het lopen naar een andere ruimte heeft geen dramatisch effect op het geluidsbeeld, mits de ruimtes ook een open verbinding hebben. De filosofie van MBL klopt. Het is inderdaad alsof een orkest(tje) in een aangrenzende ruimte speelt.